Als twintiger had schrijfster Valerie Eyckmans er alle vertrouwen in dat ze het later wel zou begrijpen. Het leven, de liefde en andere ongemakken. Maar sinds ze veertig werd, heeft ze meer vragen dan ooit. Moet ze zich bijscholen in bed? Wat moet ze met die snor? Wanneer ben je te oud voor Pukkelpop? Heeft ze een midlifecrisis? Bestaan daar pillen voor? En vooral: snappen de anderen het wel, of doen zij ook maar alsof?
Met veel relativeringsvermogen en weinig schroom vertelt Eyckmans over haar leven als veertiger, dat bepaald niet rimpelloos is. Een herkenbaar en hilarisch boek voor iedereen die het weleens aan de stok krijgt met Vadertje Tijd.
Valerie Eyckmans (1977) schreef jarenlang columns en reportages voor tal van magazines, en publiceerde drie romans en vijf kinderboeken. Ook in dit nieuwe genre - de ongegeneerde autofiografie - schrijft ze op het scherpst van de snee.