Autisme is in korte tijd tot in de vezels van onze maatschappij doorgedrongen. Niet alleen als psychiatrische diagnose, maar ook zoals het begrip in de volksmond gebruikt wordt. De afgelopen decennia figureren autisten steeds vaker in films en romans. Vaak gaat het daarbij om mensen met een uitzonderlijk talent. Via deze publieke exposure ontstaat een bijna geïdealiseerd beeld van de autist. In Allemaal autistisch worden de vele aspecten en aannames van autisme op prikkelende wijze tegen het licht gehouden.
Sinds het eind van de vorige eeuw zijn er vele handboeken over autisme geschreven. Tegelijkertijd is autisme onze gewone taal binnen gedrongen. Op kantoor of op school worden personen die niet altijd voldoen aan de hoge sociale norm, gemakkelijk afgeschilderd als autist. Maar welke ontwikkelingen in de geschiedenis, in de psychiatrie en in de maatschappij liggen hieraan ten grondslag? Hoe heeft het begrip zich kunnen evolueren tot wat het nu is?
Vanuit deze vragen wordt onze huidige kennis over autisme, laverend tussen hulp, hoop en hype, in dit boek nader bekeken. Er is aandacht voor verguisde theorieën als die van Bruno Bettelheim (de ijskastmoeder) en Niko Tinbergen, de rol van ouders en de invloed van ‘Bekende Autisten’ als Kees Momma, Daniel Tammet en het tekenwonder Nadia. Er wordt uiteengezet waarom autisme zo tot onze verbeelding spreekt, maar ook waarom de verbeelding soms met ons op de loop gaat.
Allemaal autistisch biedt een originele kijk op autisme; een verrassende én onmisbare aanvulling voor professionals en iedereen die geïnteresseerd is in autisme.
Gerrit Breeuwsma is ontwikkelingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen en schrijft regelmatig in het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme over nieuwe gezichtspunten die aan de basis liggen van dit boek.