Preventie is nodig om de gezondheid te bevorderen en de zorgkosten te beteugelen. Het is goed dat de overheid eindelijk durft in te grijpen en zo de gezondheid van de burgers beschermt, maar het is nog lang niet genoeg. Want hoe kunnen we het accepteren dat lager opgeleide Nederlanders gemiddeld zes tot zeven jaar korter leven dan hoger opgeleide Nederlanders? Dit wordt deels veroorzaakt door de manier van leven. Is daar iets aan te doen? Zeker, maar een andere belangrijke oorzaak is de vaak ongezonde omgeving: in de wijk, het onderwijs, het werk en de zorg. Daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten, scholen, bedrijven en zorgorganisaties. We zijn niet alleen verantwoordelijk voor onze eigen gezondheid, maar ook voor de (on)gezondheid van anderen. Dat is geen betutteling; het is bescherming. Een morele plicht voor ons als lid van deze maatschappij en bovendien gezond eigenbelang.Voorlichting is mooi, maar ingrijpen is vaak doeltreffender. Hoe vinden we het beste evenwicht? In Het preventie-ultimatum wordt de rol van de overheid, de ambtenaar, de arts, de leraar, de werkgever, het raadslid, de zorgverzekeraar en ieders individuele rol onder een vergrootglas gelegd. Want met epidemieën als obesitas, diabetes, depressie en dementie die op ons afkomen, is (snel) handelen geboden."Lager opgeleiden verdienen niet alleen minder, maar zijn ook ongezonder en minder gelukkig. Dat gun je niemand. Pech bestaat, maar als je daar wat aan kunt doen, moet je dat niet laten. (...)De gedragseconomie leert ons dat voorlichting vaak te weinig uithaalt en dat verbieden of duurder maken soms gewoon het beste is. Maar verboden vinden we in Nederland ingewikkeld, paternalistisch. Je mag niet meer roken in het café, maar dat heeft heel wat strijd gekost. Ja, verboden zijn het overwegen waard. Soms is het een route die ongelijkheid vermindert."(CPB-directeur Laura van Geest, Algemeen Dagblad, 20 september 2017)Paul van der Velpen studeerde journalistiek, sociologie en bedrijfskunde. Hij adviseerde non-profitorganisaties op het gebied van sociale marketing en organisatieverandering tot hij in 1995 directeur werd van de huidige GGD Hart voor Brabant. Van 2009 tot juli 2017 was hij directeur van GGD Amsterdam, waar hij zich dagelijks bezighield met preventie.