Kinderen in Nederland behoren tot de meest gelukkige en best-opgeleide kinderen ter wereld. Maar een klein deel heeft een minder gelukkige historie. Vaak komt dit voort uit een erfelijke belasting van ouders die zelf ook al erfelijk waren belast.
Een schrijnend voorbeeld uit de praktijk: een van de kinderen vertelde dat ze, toen ze vier jaar oud was, met haar broertje van één jaar uit de auto was gegooid. We noemen dat Adverse Childhood Experiences. Vervolgens volgde een omzwerving door veel tehuizen en instellingen, een zoektocht waar kinderen niet beter van worden: "Waar vier ik mijn volgende verjaardag, als ze al weten dat ik jarig ben?''
Dergelijke gevoelens van eenzaamheid werken direct op de pijncentra van de hersenen. Vaak volgt daarna moeilijk gedrag, gedrag gebaseerd op pijn. Op reguliere scholen worden deze kinderen vaak langzaam de deur uit gewerkt, er zijn immers nog dertig kinderen die aandacht nodig hebben. Gelukkig bestaat het speciaal onderwijs, maar het is voor een kind wel weer de volgende transitie. Ook in instellingen voelen kinderen zich vaak eenzaam: "Meneer, iedere pedagogisch medewerker heeft hier een favoriet kind, alleen ik heb niemand."
En desondanks hopen deze kinderen, wanneer je ze er naar vraagt, dat ze ooit een gewoon leven kunnen leiden.
In hun ontwikkeling worden ze begeleid door hbo-opgeleide professionals, die aan onze hogeschool goed worden opgeleid. Tegelijkertijd zie ik dat de stem van het kind ontbreekt tussen alle noodzakelijke leerstof.
Deze rede is een eerste aanzet om een stem te geven aan hen die minder gelukkig geboren werden.