De Russische schrijver en dichter Iwan Toergenjev (1818-1883) hield in 1860 een lezing waarin hij op meesterlijke wijze de ongetwijfeld twee grootste karakters uit de westerse wereldliteratuur, Shake-speare's Hamlet en Cervantes Don Quichot, met elkaar in verband bracht. Deze meesterwerken werden in het zelfde jaar gepubliceerd en dat kon volgens Toergenjev geen toeval zijn. Hamlet en Don Quichot zijn volgens hem de verpersoonlijking van twee fundamenteel tegenstrijdige mens types, twee uiteinden van de as waaromheen de menselijke natuur draait. Hamlet, de egoïst, de kille analyticus, de twijfelaar en Don Quichot de idealist, de romantische wereldverbeteraar, de doener. Hamlet is de geest van het Noorden, de geest van reflectie en analyse, de zwaarwichtige, sombere geest, diep, veelzijdig en leidinggevend. Don Quichot is de geest van het Zuiden, helder, vrolijk, naïef, ontvankelijk en niet al te diep op het leven ingaand. Ook tegenwoordig heeft Toergenjevs onderverdeling van de mensheid niets aan zeggingskracht verloren. Zijn magistrale interpretatie van deze twee karakters blijkt tijdloos te zijn. Ook in de huidige maatschappij zijn er Hamlets en Don Quichotes, waarbij net als in Toergenjevs tijd de Hamlets veruit in de meerderheid lijken te zijn.
Toergenjevs Hamlet en Don Quichot is uit het Russisch vertaald door Emmanuel Waegemans, hoogleraar Slavistiek aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Erik Hertog, emeritus hoogleraar Engels aan de Lessius Hogeschool te Antwerpen, schreef het voorwoord.