Willem Bilderdijk (1756-1831) was de grootste dichter van zijn tijd, maar ook een dwarsdenker in eeuwig verzet tegen de tijdgeest, en een zonderlinge hypochonder, die tientallen jaren leefde met ‘de voet in ’t graf’, zoals hij het zelf uitdrukte. Het universele genie Bilderdijk was een van de laatste Europeanen die nog over alle kunsten en wetenschappen een deskundige mening kon geven. Dat deed hij dan ook graag, en dat werd hem lang niet altijd in dank afgenomen.
Naast talloze felle tegenstanders kende Bilderdijk ook een groot aantal bewonderaars. Al tijdens zijn leven begonnen zij gedrukte publicaties, documenten, brieven en afbeeldingen van en over Bilderdijk te verzamelen. Ook een haarlok van de grote dichter, zijn dodenmasker of een gipsen afdruk van zijn schrijfhand werden gewilde verzamelobjecten. De collecties van de twee grootste verzamelaars kwamen uiteindelijk terecht bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden en bij de Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’ te Amsterdam. In 2020 werden beide verzamelingen verenigd in de Universiteitsbibliotheek te Leiden, de stad die Bilderdijk zelf zag als ‘’t Eden der wareld’.
In 'Een sublieme nalatenschap' geeft een keur van Bilderdijk-kenners een indruk van de schatten die de nu op één plek bijeengebrachte collectie bevat.
De neerlandici Rick Honings en Gert-Jan Johannes publiceerden tal van boeken en artikelen over literatuur- en cultuurhistorische onderwerpen, onder meer over Bilderdijk. Zo schreef Honings, samen met Peter van Zonneveld, de Bilderdijk-biografie 'De gefnuikte arend' (2013). Honings en Johannes zijn beiden bestuurslid van de Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’.