David en Shirley Donovan werken vijftien jaar als zendelingen in Nigeria. Ze zetten vier klinieken op in geïsoleerde dorpjes langs de rivier de Niger en leiden Nigerianen op tot medische zendingswerkers. Op een nacht wordt de compound waar ze verblijven overvallen door een gewapende bende. Met twee collega’s worden ze ontvoerd naar de jungle en gevangen gehouden op een vlondertje boven het water van de ondergelopen Nigerdelta. Miljard naira, dat is het losgeld dat wordt geëist. Wekenlang is hun wereld zo groot als een matras onder een kapotte klamboe. David en Shirley vertellen over de genade die hen in staat stelde te getuigen van Gods liefde, terwijl ze van moment tot moment leefden met het angstaanjagende besef van het kwaad waartoe de mens in staat is.