De Rijksuniversiteit Groningen is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog onherkenbaar veranderd. Van een kleine academische gemeenschap groeide de universiteit uit tot een modern bedrijf: ondernemend, marktgericht en internationaal georiƫnteerd. De verzakelijking, die begon met de oprichting van een Faculteit voor Economische Wetenschappen in 1948, stokte toen studenten en docenten in de jaren zestig en zeventig een ingrijpende democratisering wisten door de voeren. Maar na dit democratisch intermezzo kreeg de verzakelijking de wind weer volop in de zeilen. Digitalisering, de komst van duizenden buitenlandse studenten, de ruimtelijke expansie van de universiteit, de schaalvergroting van het onderzoek en de verkorting en verstrakking van de studie maakten dat de universiteit tegenwoordig in bijna niets meer lijkt op de universiteit die na de oorlog weer probeerde op te krabbelen. De vraag is wel: heeft de Groningse universiteit bij al deze veranderingen haar academisch karakter weten te behouden?