Van oudsher wordt het recht om te jagen verbonden met vorsten en adel. Hoe zit dat in de Nederlandse geschiedenis? Deze bundel geeft antwoord op die vraag en laat zien hoe de jacht in de loop van eeuwen minder elitair is geworden. In onze tijd heeft de jacht zich ontwikkeld tot onderdeel van wettelijk geregeld natuurbeheer. Toch vindt er regelmatig debat plaats over de ethiek van het jagen en de wenselijkheid van de jacht. Ook deze kwesties komen in dit boek aan de orde. Auteurs uit verschillende vakgebieden (geschiedenis, antropologie, geografie, ecologie, rechten, architectuurgeschiedenis) werkten mee aan de bundel. Als rode draad fungeert het spanningsveld tussen jachtrecht en jachtpraktijk dat in deze bundel vanuit een cultuurhistorisch perspectief wordt bezien.