Leken in de Nederlanden zochten in de veertiende eeuw naar nieuwe vormen van geloofsbeleving. Zij streefden naar een meer verinnerlijkte spiritualiteit en een persoonlijke relatie met God. Vaak maakten ze deel uit van kleine gemeenschappen, los van kerkelijke structuren. In dit boek schetst Yves Van Damme dit proces aan de hand van een religieus-spiritueel pamflet uit het midden van de veertiende eeuw: De dialoog tussen Eckhart en de leek. Centraal staat de moeilijke relatie tussen vrijgevochten leken en een meer behoudsgezinde clerus. Naast striemende maatschappijkritiek is er echter ook ruimte voor twijfel over de juiste levenswijze. Van Damme analyseert niet alleen de tekst zelf, maar laat ook zien hoe deze deel uitmaakt van het bredere debat over lekenspiritualiteit en rechtstreeks kan worden verbonden met het epicentrum van de Middelnederlandse mystiek: het Groenendaal van Jan van Ruusbroec.