In 1769 maakten Johan Steengracht, Paulus Ribaut en Isaac en Paul Hurgronje een reis naar Londen en Zuid-Engeland. Zij behoorden tot de welgestelde Zeeuwse regentenklasse en waren lid van de Admiraliteit. Ze verbleven in de beste logementen en reisden bij voorkeur in koetsen getrokken door vier paarden. Johan heeft een verslag van deze reis gemaakt dat in kasteel Duivenvoorde wordt bewaard. Het bevat meer dan 100 zeldzame gravures die hij onderweg heeft gekocht. Het is niet duidelijk of het louter een plezierreis was of dat de heren beroepshalve ook de staat van de Engelse oorlogsvloot wilden inspecteren. Ze bezochten namelijk de scheepswerven van Portsmouth, Woolwich en Chatham, waar hun beroemde plaatsgenoot Michiel de Ruyter in 1667 de Engelsen had verslagen. Dit boek bevat een transcriptie van de tekst, met alle gravures, een navertelling in modern Nederlands en een inleiding over de historische achtergronden.