In 1534 en 1535 werd Amsterdam herhaaldelijk opgeschrikt door het optreden van de wederdopers. Deze radicale geloofshervormers baarden opzien door naakt door de straten te rennen en trachtten in mei 1535 zelfs gewapenderhand de macht in de stad over te nemen. Na die bloedige aanslag maakte de stadsregering korte metten met de beweging door de daders en hun sympathisanten te executeren. De gebeurtenissen zijn heet van de naald opgetekend door een ooggetuige die lid was van de magistraat en dus goed geïnformeerd. Die auteur, naar alle waarschijnlijkheid te identificeren als de schepen Joost Sijbrandszoon Buyck, schreef een dagboekachtige tekst die hij de titel 'Nieuwe maren' gaf. Dit werk wordt hier voor het eerst in een kritische editie uitgegeven, met een uitvoerige inleiding over auteurschap, ontstaan en overlevering van de tekst, en over de historische achtergronden van de beschreven zaken.