Na de kerkhervorming in de zestiende eeuw ontwikkelde de predikant zich tot een karakteristieke figuur in de Nederlandse maatschappij. In de dorpsgemeenschappen genoot hij veel gezag en gaf hij leiding, maar ook in de stedelijke samenleving had de dominee grote invloed. Er waren wel grote regionale verschillen. In de steden van Holland en Zeeland had de nieuwe Kerk met haar predikanten een oppermachtige positie. In het oosten van de Republiek, vooral in Overijssel, waren de predikanten sterk afhankelijk van de machtige adel. In de generaliteitslanden, die in grote meerderheid katholiek waren gebleven, hielden predikanten zich met hun zeer kleine gemeenten slechts met moeite staande. In deze studie wordt het leven van een elftal predikers geschetst, allen uit het voorgeslacht van de auteur. Het is een gevarieerd gezelschap van principi