Veertig jaar lang, met korte tussenpozen, voerde de Nederlandse Republiek oorlog tegen het Frankrijk van Lodewijk XIV. In 1672 ging de machtige en welvarende Republiek bijna ten onder. Bij de Vrede van Utrecht in 1713 bleef de zelfstandigheid behouden, maar was de staat goeddeels failliet. De publieke belangstelling voor deze strijd was zeer groot. Zij bleek uit kranten, pamfletten, preken, liedjes, gedichten, prenten, schilderijen en gedenkpenningen. Breed gedragen was het idee dat wat in de honderd jaar sinds de Nederlandse Opstand en de strijd tegen Spanje was verworven en opgebouwd, niet verloren mocht gaan. Men sprak over het behoud van het 'vaderland'. In tal van media getuigden schrijvers en kunstenaars, overheidsdienaren en burgers, welgestelden en kleine neringdoenden van hun identificatie met 'Nederland'. Dit rijk geïllustreerde boek laat zien welke rol dit gemeenschappelijk identiteitsbesef speelde tijdens tientallen jaren oorlog.