Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869), taalgeleerde, Fries schrijver en doopsgezind dominee in Deventer, onderhield contacten met een groot aantal andere geleerden in Europa. In zijn correspondentie wordt de stand van zaken met betrekking tot het taalonderzoek uitgewisseld. Halbertsma stond kritisch tegenover de moderne taalwetenschappelijke methode, die vooral in Duitsland werd ontwikkeld. En hij was niet de enige, zo wordt duidelijk uit de overgeleverde brieven. Deze kritiek had een wetenschappelijke achtergrond, maar ook een politieke en maatschappelijke dimensie. Ook het Fries kon zich verheugen in de belangstelling van geleerden. De eerbiedwaardige oude Friese rechtsteksten en de associatie van Friezen met vrijheid en democratie hadden die aandacht al vóór de Franse revolutie op gang gebracht. Met zijn bemoeienis met het Fries wilde Halbertsma niet zozeer een regionale Friese cultuur versterken, zo blijkt uit deze studie, maar een bijdrage leveren aan de opbouw van Nederland en Europa.