Theodoor Weustenraad was een kind van de Revolutie: hij was gegrepen door de idealen van vrijheid en gelijkheid en kende de onvrede van de romanticus die droomt van een nieuwe aarde. Zijn leermeester aan de Luikse universiteit, Johannes Kinker, scherpte zijn kritische blik. In Maastricht werd Weustenraad redacteur van het dagblad L'Éclaireur, waarin hij de politiek van Willem I bestreed. In 1830 uitgeweken naar België raakte hij in de ban van het Saint-Simonisme, het 'nieuwe christendom'. Hij geloofde in een betere toekomst dankzij de industrie en bezong de wonderen der techniek. Met essays en gedichten droeg hij bij aan de natievorming in de jonge Belgische staat. De Percessie van Scherpenheuvel, een 'mock epic' in Maastrichts dialect, biedt een veelkleurig palet van lichtvoetigheid, erotiek, antiklerikale satire, zelfspot, religiositeit, maatschappijkritiek. De tekst, toegevoegd aan deze biografie, blijkt 160 jaar na Weustenraads dood nog steeds springlevend.