Jacob Frederik Muller, alias Jaco, staat in de Amsterdamse geschiedenis bekend als de grootste schurk aller tijden. Na een proces van tweeëneenhalf jaar werd hij op 6 augustus 1718 op de Dam geradbraakt. Zijn reputatie is gebaseerd op een pamflet dat verscheen tijdens de appèlprocedure voor het Hof van Holland. Het bevat de onbetrouwbare visie van Jacos bijzit Griet Lommers en de conclusie van de procureur-generaal in Den Haag. In iedere volgende druk werd het verhaal verder aangedikt. Jaco zou in de negentiende eeuw alsnog een zachte dood zijn gestorven als Justus van Maurik niet met zijn fantastische vertelling 'het Fort van Sjaco' was gekomen. Op basis van een nauwkeurig onderzoek van alle beschikbare bronnen presenteert Frans Thuijs ons de ware Jaco. Hij laat zien hoe Jaco en zijn kornuiten probeerden te overleven in de harde achttiende-eeuwse samenleving en uiteindelijk in handen vielen van justitie.