Rijk Timmer presenteert een nieuwe kijk op het gedachtegoed van de bekende middeleeuwse rechtsgeleerde Philips van Leiden. Philips leefde in een wereld van oorlog, pest en het najagen van eigen belangen. Formeel was hij in dienst van de graaf van Holland. Feitelijk stelde hij zichzelf echter in dienst van de samenleving. Tussen 1350 en 1380 deed hij een steeds klemmender beroep op de graaf om het publiek belang te behartigen. De vorst moest de toegang tot schoon water garanderen, de energievoorziening waarborgen, vrij verkeer over land en water mogelijk maken, zorgen voor goede rechtspraak en openbaar onderwijs. Op grond van het Romeinse recht beschikte de graaf volgens Philips over de macht dit alles af te dwingen. Philips van Leiden mijmerde niet alleen over betere tijden, hij reikte ook juridische instrumenten aan om deze mogelijk te maken.