Onderzoek in opdracht is in de universitaire wereld lange tijd beschouwd als vloeken in de kerk. Wetenschap was bijna per definitie 'zuivere wetenschap'. Toegepaste wetenschap zou de eigenlijke onderzoekstaak van de universiteiten alleen maar corrumperen. Tegenwoordig ligt dat anders. Er worden 'strategische allianties' met het bedrijfsleven aangegaan, er bestaat een 'derde geldstroom' en er worden allerlei holdings opgericht, met wisselend succes. Maar klopt dat beeld wel? Wie beter kijkt, kan constateren dat vrijwel geen enkele wetenschap vrij was van toepassing en dat universiteiten niet de wetenschappelijke kloosters waren die zij soms voorwendden te zijn. In deze bundel wordt het verschijnsel wetenschap in opdracht onder de loep genomen. Hoe zit het historisch gezien met beeldvorming en praktijk ten aanzien van fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek? Welke invloed heeft het bedrijfsleven op het wetenschappelijk onderzoek? Politieke druk, ethische verantwoordelijkheid en wetenschappelijk onderzoek blijken geen gescheiden werelden te zijn.