H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote Edgar Allan Poe.
In deze uitgave zijn in chronologische volgorde de 14 verhalen opgenomen die hij van 1922 tot 1926 schreef. Deze periode was van cruciaal belang in het leven van ‘de kluizenaar van Providence’ zoals hij zichzelf noemde: hij trouwde, verhuisde naar New York, kreeg nieuwe vrienden, kortom, hij bezweek zowat onder de vele nieuwe impressies die hij opdeed. In die periode kreeg ook het pantheon vorm, dat later door zijn bewonderaars de ‘mythe van Cthulhu’ werd genoemd. De verhalen uit die tijd zijn daarom de echte aanloop naar zijn magna opera uit de latere tijd.
De geprezen vertalingen van Ivo Gay worden door hem op deskundige wijze ingeleid.