John Muir is elf als zijn vader in 1849 besluit om van Dunbar in Schotland te emigreren naar Amerika en er een stuk land te kopen in de onontgonnen wildernis van Wisconsin. Na een overtocht van ruim zes weken over de oceaan komt John terecht in een nieuwe wereld met een ongekende rijkdom aan planten en dieren. Hier is geen school en geen samenleving meer, alleen natuur.
John Muir geldt als een van de grondleggers van de hedendaagse natuurbescherming. Zijn natuurboeken bereiken een miljoenenpubliek, en tal van parken, bossen, meren en stranden zijn naar hem vernoemd. Hij dankt zijn populariteit aan een leven lang schrijven over de natuur en vechten voor haar bescherming, maar ook aan het verslag van zijn opmerkelijke jongensjaren en de natuurfilosofie die daarin tot uitdrukking komt: het goddelijke karakter van de natuur, de ‘eenheid van alles’, en de verwantschap tussen mens en dier.
Indrukwekkend levensverhaal van ’s werelds beroemdste natuurbeschermer.
Met een voorwoord van Pauline van de Ven.