Auguste Renoir betrok er als eerste, beroemde kunstenaar in 1908 een landgoed. Velen volgden. Ook Nederlandse schilders, beeldhouwers en schrijvers streken neer in Cagnes, een middeleeuws dorp aan de Côte d'Azur. Ze vonden er de zon en de goedkope landwijn. Ze werkten er, inspireerden elkaar en lieten er hun nog steeds vindbare sporen na.Journalist Paul Arnoldussen (Het Parool) verzamelde verhalen en 'petites histoires' over Cagnes en zijn bewoners. Hij wekt, met humor en oog voor detail, een onbekende Nederlandse kunstenaarskolonie halverwege de vorige eeuw tot leven. Cagnes kan worden toegevoegd aan het rijtje van bekende kunstenaarsdorpen als Honfleur, Barbizon, Saint-Paul, Bergen en Laren.'Ik zit op 't terrasje te schrijven. De mandarijnen kun je zo van de bomen plukken. Je ziet hier de zee en de besneeuwde Alpen. De mimosa bloeit en de narcis. Verder staan hier ceders, olijven en palmen.' schrijver Ab Visser