MINDERHEID IN EIGEN LAND beschrijft de vuile oorlog van het ANC tegen Inkatha, veruit de grootste anti-apartheidsbeweging van Zuid-Afrika, en de steun die daarvoor uit Nederland kwam. De Volksoorlog kost in de jaren tachtig 20.000 mensen het leven, onder meer door het 'autobanden' van tegenstanders. De oude apartheid loopt allang op haar laatste benen.
Het ANC heeft martelkampen. De organisatie is communistisch - betaald door de Sovjet-Unie en de DDR - en weigert mensen op basis van ras.
Velen, van Freek de Jonge tot Jan Pronk, van Paul Witteman tot Jeroen Krabbé kiezen voor het ANC. Onvoorwaardelijk. Het geweld wordt aangejaagd door Radio Freedom - gesteund door Maartje van Weegen en Pia Dijkstra.
Zij kregen hun zin: het ANC is aan de macht. Geen land ter wereld kent nu zoveel rassenwetten als het nieuwe Zuid-Afrika: de ANC-apartheid. Er sterven meer mensen in politiecellen dan ooit. Criminaliteit en corruptie heersen. Onderwijs en gezondheidszorg hollen achteruit. Op weg naar Zimbabwe 2.0. Afrikaners (de 'Boeren') vrezen voor een genocide en zien hun cultuur uitgewist.
Het boek is ook zeer relevant voor het maatschappelijk debat anno nu. Zo werpt de auteur de vraag op: moeten Nederlanders - net als de Afrikaners - zich reduceren tot een MINDERHEID IN EIGEN LAND en even onmachtig worden?