Aan de hand van 60 patiëntendossiers biedt huisarts Hugo Stuer de lezer een inkijk in zijn spreekkamer. Elke beschrijving begint met de openingszin van de patiënt. Deze blijkt meermaals een uitnodiging te zijn tot een diepgaander gesprek. Met kennis en ervaring biedt deze arts een luisterend oor en gaat hij in dialoog met zijn patiënten, zelfs als zij probleemvelden voorleggen die het medische overstijgen. Doorheen de reconstructies van die gesprekken stelt hij diagnoses gebaseerd op bekend wetenschappelijk onderzoek met recente aanvullingen. Hij schuwt daarbij na kritische lezing geen oplossingen die aangereikt worden door de natuurgeneeskunde. Zijn opleidingen in medische synthese en antropologie helpen bovendien om betekenissen naar boven te brengen waar de protocollaire geneeskunde vaak aan voorbijgaat. Ook van de jaren die hij investeerde in de theorieën van humor en in de taal van de traan vinden we weerklanken in de teksten.De veelzijdige aanpak van deze omnipracticus leidt dan ook tot verrassende resultaten.Hugo Stuer, huisarts, was assistent aan de Universiteit Antwerpen van 1972 tot 2002. Hij publiceerde in antropologie en medische ethiek ook over humor in de geneeskunde en de taal van de traan. Hij schrijft columns over ‘het natuurlijke lijf’, kankers, corona, ‘Napoleon als patiënt’ en over… schaken.