In Mooie bange ogen beschrijft Elisabeth Janssen hoe het tot de adoptie van haar eerste galgo kwam. Verder vertelt ze over het leven dat zij en haar partner kregen nadat de liefde voor de galgo was ontvlamd. En hoe het verder ging, in voor- en in tegenspoed, met de galgo's en hun andere honden. Er wordt aandacht besteed aan het Europese standpunt met betrekking tot dierenwelzijn en aan de situatie waarin de galgo in Spanje zich bevindt. Maar vooral wordt op ontroerende wijze beschreven hoe zachtaardig het karakter van deze gevoelige honden is.
Intussen had een roodblond hondje mijn aandacht getrokken. Ze lag heel rustig in een mandje bij een gestroomde hond en ging op niemand af. Ze keek je ook niet aan, hield haar blik afgewend, ze straalde uit dat ze liever niet wilde opvallen. Als ze geen aandacht kreeg, kon ook niemand haar iets doen.'