Vrouwen en mannen verschillen in ziekte en gezondheid. Dit boek gaat over hoe zij verschillen en waarom dat van groot belang is voor de kwaliteit van zorg.
In 32 hoofdstukken komen een breed scala aan onderwerpen aan bod: van vrouw-man verschillen in zorggebruik, ontwikkelingen in onderzoek en onderwijs tot chronische aandoeningen zoals diabetes mellitus, COPD, cardiovasculaire aandoeningen en ADHD. Ook is er aandacht voor seksuologie, genderincongruentie, genetica, de hersenen, infectieziekten, auto-immuunziekten, seksueel misbruik en farmacotherapie.
De auteurs, allen zeer deskundig op hun vakgebied, sluiten door gebruik te maken van concrete casus goed aan bij de dagelijkse praktijk.
Het boek is bedoeld voor (a.s.) medisch specialisten inclusief huisartsen, en interessant voor iedereen die betrokken is bij een betere zorg voor vrouwen en mannen.