Eetproblemen (anorexia) zijn een potentieel dodelijke ontregeling met beperkte herstelkansen. Het brengt gezinnen enorm veel verdriet, wanhoop en moedeloosheid. Dat kan beter, door anders te kijken naar oorzaak en behandelmethoden
Volgens veel recent onderzoek zijn de huidige behandelmethoden niet effectief genoeg, blijft de onderliggende problematiek onopgelost en woekert de anorexia door. Sterker nog de dwangvoeding werkt vaak traumatiserend.
In dit boek pleiten we voor een radicaal andere aanpak, waarbij motiverende basisbehoeften van de zgn. Zelfdeterminatietheorie voorop staan, dat wil zeggen: verbondenheid (met familie en vrienden), competentie (naar school of opleiding) en autonomie. Vanwege de complexe ontstaanswijze heeft transdiagnostische (integrale) therapie de voorkeur. Zo blijkt uit onderzoek dat veel cliënten last hebben van (micro-)trauma en vaak ook hooggevoeligheid. Andere copingsvaardigheden kunnen daarom behulpzaam zijn. Dat kan in veel gevallen ook thuis, ambulant, of in ieder geval ‘zo thuis als mogelijk’.
Dit boek is geschreven voor ouders en jongeren en een breed scala aan (aankomende) professionals: hulpverleners, kinderartsen en diëtisten, huisartsen en ondersteuners POH, coaches, sociotherapeuten, pedagogen en (toegepast) psychologen, jeugdbeschermers en kinderrechters, ervaringsdeskundigen en opleiders van psychosociale hulphonden
Professor doctor G.H.P van der Helm is lector residentiele jeugdzorg aan de hogeschool Leiden en bijzonder hoogleraar onderwijs en zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Lisette Roffel is ervaringsdeskundige en studeert geneeskunde. Heleen Wesselius is aankomend zorgethica en promovenda aan de Universiteit van Amsterdam.