We leven in een tijdperk van meningen. Op sociale media, in talkshows op tv en in talloze vlogs en blogs buitelen de meningen over elkaar heen. Iedereen lijkt overal iets van te vinden, en ook te móeten vinden. We staan met ons allen bloot aan een stortvloed van besmettelijke opinitis, die we overigens ook met ons allen veroorzaken. Veel meningen zijn aangepraat en er wordt veel nagepraat, beïnvloed door de bubbel waartoe men behoort of door publieke figuren en influencers die hun mening zó overtuigend presenteren dat grote groepen hun mening voor waar aannemen.
De filosofie maakt al sinds de oudheid onderscheid tussen ‘meningen’, die schijnkennis vertegenwoordigen, en ‘waarheid’ op basis van kennis die voortkomt uit denken. Zelfstandig oordelen betekent in de eerste plaats onafhankelijk oordelen; onafhankelijk van meningen, drogbeelden en sentimenten.
De bijdragen in deze bundel verkennen hoe onafhankelijk oordelen tot stand komt. Hoe kunnen we zélf oordelen over waarheid en geloofwaardigheid? Welke rol spelen anderen daarbij? Nabije anderen, maar ook bubbel-overstijgende inspirerende denkers, historische of fictionele figuren, die uitnodigen tot nieuwe interpretaties en ideeën. En hoe krijgt een oordeel gezag? Is dat door imiterende herhaling, door het volume van de spreker, door slaafse volgzaamheid? Of door eigen, zelfstandige interpretatie?
In Opinitis gaan filosofen, theologen, cultuurhistorici en publicisten in op bovenstaande vragen. Zij onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken hoe onze oordelen tot stand komen, hoe we ons verhouden tot de macht van de media en de invloed van de meerderheid, en hoe we aan onze eigen bubbel kunnen ontsnappen.