Meditaties over de eerste filosofie, voor het eerst verschenen in 1641, is de pregnantste uiteenzetting van de filosofie van René Descartes en een van de belangrijkste teksten van de westerse filosofie. In zes meditaties verwerpt Descartes alles waaraan maar enigszins getwijfeld kan worden, om vervolgens te onderbouwen wat wél absoluut zeker is.
Descartes presenteert zijn nieuwe metafysica, bespreekt de geldigheid van kennis en de relatie tussen lichaam en ziel en geeft bewijzen voor het bestaan van God en van de materiële dingen. Beroemde tijdgenoten als Thomas Hobbes en Pierre Gassendi formuleerden op verzoek van Descartes hun bezwaren tegen zijn tekst. Deze nieuwe vertaling bevat de hoofdtekst van de Meditaties, gevolgd door de belangrijkste tegenwerpingen en de reacties daarop van Descartes.
De vertaling is van de hand van gerenommeerd academisch vertaler en Descarteskenner C.L. Vermeulen. Het werk wordt ingeleid door Han van Ruler, Erik-Jan Bos en de vertaler.