God en psyche
Verkenningen op het raakvlak van psychiatrie en religie
Het verband tussen psychiatrie en religie is lange tijd onbespreekbaar geweest. De redelijkheid van het geloof laat zien dat dit verandert. Het richt zich op ieder die geïnteresseerd is in de relatie tussen geloofsovertuiging en (gestoord) menselijk gedrag.
Volgens Freud was religiositeit een verschijnsel dat om behandeling vraagt. In de psychiatrie is de invloed van die opvatting groot geweest. Tot voor kort was religie taboe. Het speelde bij de diagnostiek en behandeling van stoornissen nauwelijks een rol en onderzoek op dit terrein was uiterst schaars.
Die situatie is aan het veranderen. Met de ontkerkelijking is de behoefte het leven een verticale dimensie te geven niet verminderd. Bij het bevredigen van die behoefte speelt religiositeit een voorname rol. In de psychiatrie mag men zon belangrijk domein van het menselijk bestaan niet negeren, wat men zelf ook mag geloven. De auteur gaat ervan uit dat religiositeit een normaal bestanddeel is van het belevingsrepertoire; hij ziet het als een belangrijk sturend mechanisme in het leven.