Wat is nu eigenlijk het verschil tussen mens en dier en hoe verhouden zij zich tot elkaar? Deze cruciale vraag, die Aristoteles zichzelf al stelde, is het uitgangspunt van dit boek. Het beschrijft de wereldwijde gevolgen van de menselijke neiging om de natuur een handje te helpen en te perfectioneren.
De mens kenmerkt zich door zijn onvermogen om de natuur te zien als iets wat klaar is, zo stelt René ten Bos in zijn nieuwe, kleurrijke en filosofisch bijzonder originele boek. Het geniale dier levert een bijdrage aan de wijsgerige antropologie. De auteur refereert daarbij aan het werk van onder anderen Nietzsche, Heidegger, Deleuze, Agamben en Derrida.
Op een aanstekelijke wijze laat Ten Bos zien hoe mensen met dieren omgaan en hoe ze over dieren denken. Hij ontwikkelt een eigen visie - bijvoorbeeld op de kwestie van rechten voor dieren - die het boek de moeite waard maakt voor filosofen, biologen, natuurbeschermers, dierenliefhebbers, politici, beleidsmakers en journalisten.