Het emoticon op de cover verscheen op iPhones als je ‘stotteren’ typte. Een blozend gezichtje met de wenkbrauwen op halfzeven, een dichtgeknepen oog en gekronkelde lippen. Na klachten besloot Apple deze vernederende koppeling ongedaan te maken.
Waarom dan toch dit stigmatiserende beeld op dit boek? Omdat het veelzeggend is voor hoe ‘personen die stotteren’ beoordeeld worden. Er heerst het misverstand dat iedereen ervanaf kan komen. “Blijf werken aan je spraakhandicap”, las Steven de Jong in zijn functioneringsverslag. Jarenlang werd hij in spraakarme functies geïsoleerd totdat hij kenbaar maakte dat niet het stotteren hem beperkte, maar de werkomgeving. In dit boek sluit hij zich aan bij de internationale beweging voor het ‘recht om te stotteren’.
De Jong stuurde tachtig organisaties deze mail: “Namens Stichting Support Stotteren ben ik op zoek naar vacatures die geschikt zijn voor ‘personen die matig tot hevig stotteren’. Zou u kunnen aangeven of het voor deze mensen de moeite waard is om te solliciteren op deze functie?”
‘Gelieve niet te stotteren’ is een onthullend boek, waarin hard bewijs voor discriminatie wordt afgewisseld met persoonlijke verhalen over hoe het is om te stotteren. Een manier van spreken waarmee echt prima te leven en te werken is, mits werkgevers er niet zo’n punt van maken.