In de ontwikkeling van het moderne Nederland is de Bataafs-Franse tijd van
beslissende betekenis geweest. Staatkundig vormde deze periode de overgang
van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden naar het Koninkrijk der
Nederlanden, kerkelijk gezien betekende ze de transformatie van de oude
Gereformeerde Kerk in de zeven provinciƫn naar de nationale Nederlandse
Hervormde Kerk, die haar beslag kreeg bij het Algemeen Reglement van 1816. Ook
Vlissingen deelde in deze ingrijpende veranderingen. Naast de Franse bezetting en
de latere inlijving bij Frankrijk kreeg de stad, na eerdere revolutionaire woelingen,
te maken met een ernstige overstroming in 1808 en een Engelse beschieting en
verovering in 1809. In dit boek wordt beschreven hoe de plaatselijke gereformeerde
kerk deze moeilijke periode doorstond. Ze verloor twee kerkgebouwen en kreeg
tevens te maken met politieke conflicten en kerkelijke ruzies. Haar ledental daalde
drastisch en zes van de zeven predikanten beƫindigden hun werkzaamheden.
Voornamelijk gebaseerd op de notulen van de kerkenraad komen hierbij de
uiteenlopende aspecten van het kerkelijk leven aan de orde, waarbij tevens aandacht
wordt besteed aan de andere kerkgenootschappen.