Als fotografe Therese komt te overlijden, heeft haar zoon, de elfjarige Mick, niemand meer. Zijn vader was een vakantievriendje van haar, lang geleden in Frankrijk, dat van zijn bestaan niet afweet. Met de rest van haar familie hadden ze al jaren geen contact meer, hij staat er dus helemaal alleen voor. Een onbekende, verre neef verschijnt, regelt de begrafenis en de erfenis en vertrekt weer. Mick wordt vervolgens ondergebracht bij een pleeggezin ver weg en is daar doodongelukkig. Hij troost zichzelf met het maken van foto’s van insecten en andere klein dieren met de camera van zijn moeder. Als hij ziet dat zijn nieuwe stiefvader zonder reden een tor doodtrapt, is het klaar. Mick maakt dat hij wegkomt en stapt op de eerste de beste trein die op het station aan komt rijden. Die brengt hem naar Amsterdam. Een elfjarige jongen alleen in een grote stad. Kan hij zich redden?