Wanneer behandelaren ons leed herkaderen in termen van psychische stoornissen, krijgt dit lijden nieuwe woorden: depressieve stoornis, ADHD, autisme, psychose, anorexia. Deze ‘stoorniswoorden’ sturen vervolgens sterk onze omgang met het psychisch lijden – en ook hoe we er niet mee omgaan.
In Taal grijpt altijd in staat Bram de Ridder stil bij de manier waarop de formuleringen die we gebruiken ons begrip van psychisch lijden beïnvloeden. Hij belicht de risico’s van stoornistaal en stoornisdenken voor de samenleving en zoekt naar een andere benadering: naar taal die ruimte biedt aan complexiteit en openstaat voor het ongekende.
Taal grijpt altijd in is een kwetsbaar en scherp pleidooi voor meer zoektaal en minder weettaal.