Rotterdam, voorjaar 1932. Hoofdcommissaris Adriaan Sirks richt De Nederlandse centrale tot bestrijding van den smokkelhandel in verdoovende middelen op; de allereerste nationale narcoticabrigade. Het blijkt het startschot voor de war on drugs die nog steeds gevoerd wordt.
Het is een opmerkelijke stap, want terwijl hij ten strijde trekt tegen drugssmokkelaren, heeft de Nederlandse staat de handel van opium en cocaïne bijna volledig in handen. Sterker: de overheid dealt opium in Azië en in Amsterdam staat een cocaïnefabriek. De drugsverkoop lijkt hiermee onder controle en volgens de regering is van drugsproblematiek geen sprake. Maar is dit ook werkelijk zo?
In De Centrale wordt niet alleen de pioniersperiode van het Nederlandse drugsbestrijding beschreven, maar ook een compleet beeld geschetst van de periode voordat het befaamde gedoogbeleid in de jaren zeventig wordt ingevoerd. In dit spannende verhaal komen zo veel feiten boven tafel over een vrijwel onbekend drugsbeleid van de Nederlandse pioniers in de war on drugs.
Over de auteur
Micha Peters (1972) is freelance historicus en journalist. Hij leverde bijdragen aan onder meer Het Parool, Trouw, VPRO Gids, Historisch Nieuwsblad en vakblad Sport&Strategie. Ook werkte hij voor Het Verzetsmuseum Amsterdam en het Olympisch Stadion.