Ontroerend, geestig, pijnlijk, herkenbaar, opzienbarend en intrigerend.
Wie was mijn Indische oma? Deze onverwachte vraag van zoon Timo doet het leven van Ritsko van Vliet (1952) 180 graden kantelen. Bijna twintig jaar later schrijft de bekende Leeuwarder een autobiografie met fictieve elementen over zijn zoektocht naar de geschiedenis van zijn moeder. Hij kent haar niet omdat zij overleed toen hij nog maar twee was.
Zijn onderzoek confronteert hem ook met zijn bewogen jeugd in acht Leeuwarder (gast)gezinnen, waar hij verbleef omdat zijn vader als artiest veel van huis was. Van Vliet beschrijft niet alleen het leven in die gezinnen, maar ook dat in Leeuwarden in de jaren zestig en zeventig in het algemeen. De integratie van de Indische gemeenschap, het uitgaansleven en de wijken waar hij woonde.
Om meer te weten te komen over het leven van zijn moeder gaat hij naar haar geboortestad Amurang op het Indonesische eiland Sulawesi, wetende dat deze zoektocht nog meer spanning op zijn huwelijk zal zetten. De ontmoeting met een non, die met dertig kinderen gevlucht is uit het onrustige Centraal-Sulawesi, zorgt voor een enorme wending in Ritsko’s leven. Deze leidt tot de oprichting van Stichting Amurang, die in 2024 haar vierde lustrum viert. Al twintig jaar zet deze stichting zich in voor het welzijn van kansarme kinderen en jongeren op het Indonesische eiland Sulawesi.
‘Ritsko van Vliet heeft het schrijftalent om je tegelijkertijd te ontroeren en te laten lachen. Deze autobiografie leest als een avonturen-, comingofage-, familie-, en schelmenroman ineen.’
– Anita Terpstra, auteur