De zucht naar goud, die Filips de Schone in zijn greep had, luidde in 1307 het dramatische einde van de Orde van de Tempeliers in. De folteringen waaraan veel Tempeliers vervolgens blootstonden, hun afgedwongen bekentenissen en de dood op de brandstapel van Jacques de Molay, de laatste Grootmeester van de Orde, roepen nog steeds ontzetting op. Waarom moest het de Tempeliers zó vergaan?
In deze uitgave beschrijft Alice Woutersen-van Weerden een weefwerk van stromingen en ontwikkelingen die de geschiedenis van Europa kleurden, soms op de voorgrond, soms in het verborgene. In dit weefwerk licht het streven van de Tempeliers op als een gouden draad. Hun bezielde verbinding met de essentie van het christendom had niet alleen een diepe innerlijke kern maar wilde ook in de ontwikkeling van de Europese cultuur een gouden licht brengen.