Hoewel ik het oude Duitse kurrentschrift Sutterlin meteen herkende, kon ik het
niet lezen. In de eerste alinea viel mij een datum op: 15 juli 1942. Zou dit een
dagboek zijn? Een verslag van mijn vaders oorlogsjaren?’
Dat er naast zijn memoires nog een mysterieus schriftje opduikt waarin
Günther zijn oorlogservaringen noteerde, is voor iedereen totaal onverwacht.
Gabi begint aarzelend aan de klus om de papieren van haar vader te ordenen.
Gaandeweg wordt ze meegezogen in haar indringende familiegeschiedenis,
verbonden aan die van Europa, van na de Eerste Wereldoorlog. Günther
beschreef deze met precisie en ironie, waarbij hij zijn tijd goed wist te duiden.
Daarnaast geeft hij een amusante kijk in het leven van zijn eigenzinnige Duitse
familieleden.
De nazi’s komen aan de macht tijdens Günthers kindertijd en de mening thuis
en die van school lopen steeds meer uiteen. In 1942, inmiddels achttien jaar
oud, wordt hij klaargestoomd als soldaat in Bergen op Zoom en komt hij in
St.-Malo op een mijnenveger terecht. Als naïeve jongeman met een hoofd vol
avonturen, ondervindt hij al snel de rauwe werkelijkheid van de oorlog.
Ternauwernood overleeft hij D-day en het Ardennenoffensief en komt hij
gedesillusioneerd thuis uit Amerikaanse gevangenschap. Maar zijn veerkracht
is niet gebroken. Integendeel. Dankzij zijn ondernemingszin en overlevingsdrang begint hij een toekomst voor zichzelf en zijn nageslacht in Nederland.
Dit boek laat een geschiedenis zien van een Duitse familie, die twee
dictaturen trotseerde, zich daarin een weg banend met vaste innerlijke
overtuigingen.