Is het stikstofbeleid noodzakelijk om ‘de natuur te redden’, ‘schoon drinkwater uit de kraan’ te garanderen en de ‘transitie te maken naar een natuurinclusieve landbouw’, zoals de regering zegt?
De Nieuwe Denktank deed de afgelopen maanden onderzoek naar het stikstofbeleid. Het onderzoeksrapport laat zien dat we precies het land krijgen waar de regering op stuurt: een land waar vooral gemodelleerde stikstofdepositie wordt gereduceerd. En daar blijft het ook bij. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het stikstofbeleid leidt tot florerende natuur, natuurinclusieve landbouw of schoon drinkwater.
Er zijn wel aanwijzingen dat het juist leidt tot het tegengestelde. Wanneer je -bijvoorbeeld- specifieke vormen van landbouw naast de stikstofnormen legt, dan kun je zien welke zullen overleven, en welke niet. De kleine boerderij met koeien in de wei zal verdwijnen, de gesloten megastal zal overleven, omdat het eerste volgens de wetgeving ‘slechter’ is dan het tweede.
Dit rapport schetst daarnaast hoe contraproductief een verkeerd gebruik van modellen kan zijn en hoe Nederland, door als enige in Europa van een risico-indicator een beleidsdoelstelling te maken, een leefomgeving creëert waar niemand voor heeft gekozen en die eigenlijk ook niemand wil. En dat juist degene voor wiens belangen politici zeggen op te komen, zoals de kleine, vriendelijke gezinsbedrijven, het eerst zullen verdwijnen.
Zolang het stikstofmodel Den Haag regeert, zal daar geen verandering in komen, wat politici ook zeggen. Het rapport schetst daarom ook tien aanpassingen die noodzakelijk zijn om van stikstofbeleid weer natuurbeleid te maken.