Rudolf Steiner bracht ons de ‘Esoterische Cyclus’ spoedig na de Kerstconferentie van 1923/1924. Dit markeerde het begin van de Eerste Klas van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap. Het betreft negentien meditaties of mantra’s en de voordrachten die Rudolf Steiner hierover hield. Deze zijn onlangs door Roel Munniks voortreffelijk in het Nederlands vertaald.
Op een buitengewoon intieme manier leidt Steiner ons door de mantra’s die ons helpen bij onze innerlijke reis naar de geest. Zijn adviezen hoe deze te mediteren, zijn onmisbaar. Hetzelfde geldt voor zijn toelichtende bordtekeningen.
Dit boek wil op een poëtische manier bijdragen aan het gevoelsbegrip rond deze rijke inhouden. Op persoonlijke wijze verwoordt de auteur zo zijn reis door de mantra’s en de begeleidende woorden van Rudolf Steiner.
De personages in de tekst zijn een reiziger en diens al meer ervaren reisgezel, zijn alter ego. Ook treedt er een hoger wezen op, die hen beiden adviseert hoe de geestelijke wereld te betreden; hier benoemd als ‘de Stem van het Ik’. Dit wezen toont ons wie wij werkelijk zijn en staat hiermee voor het hogere of ware Ik van zowel reiziger als gezel.
De reisgesprekken gaan over de essentiële en zeker ook existentiële stappen, die de mens-op-weg moet durven zetten. Een tiental ‘overdenkingen’ is toegevoegd om aangedragen thema’s nader toe te lichten.
Drie ‘liederen’, aan het begin, in het midden en aan het eind, illustreren weer op een andere manier de weg die we kunnen gaan in de zoektocht naar de geest.
Maarten Ploeger (1944) is fysisch geograaf en werkte als leraar aan de Geert Groote School/College Amsterdam.