Oorlog voeren is tijdloos en grenzeloos. Oorlogen zijn er altijd en overal. De geschiedenis leert ons dat de mens telkens behoefte voelt om de ander te vernietigen. Kennelijk is er tot nu toe geen andere manier voorhanden om onmacht en de erkenning daarvan te kanaliseren.
Macht krijgen over de tegenstander en deze daaraan onderwerpen vormen het doel. De reden daartoe is op emotionele gronden gestoeld. Oorlog kent geen winnaars. Na afloop blijkt de onmacht te zegevieren. De verliezen aan mensenlevens, de materiële en immateriële schade zijn zo groot dat het generaties kost om hiervan te herstellen. We komen niet verder in menslievendheid.
Sinds de COVID-19-pandemie onderscheiden we diverse soorten ‘normaal’: het oude, het pandemienormaal en het nieuwe. Het begrip is inmiddels zo ingeburgerd dat ‘Oorlogsnormaal’ eraan toegevoegd kan worden.
Als ervaringsdeskundige beschrijft Ineke van Geest hoe destructief en vervreemdend een oorlogsjeugd is en hoe bepalend de hare is voor haar leven.
Een koffertje dat Ineke op haar derde verjaardag van haar ouders kreeg wordt haar toevluchtsoord. Haar levenslange steun en toeverlaat. Een plek waar ze zich veilig kan verbergen te midden van haar angsten en onzekerheden. De onbegrijpelijke wereld buitensluitend. Haar troost.