Ironisch relaas van een ambitieuze jongeman die ervan droomt een groot schrijver te worden. Er is alleen één probleem: hij schrijft niet. Dat dat de kans op literair succes aanzienlijk verkleint, daar is hij van bewust, maar eerst moet de zolder worden opgeruimd en de spoelbak van de wc worden gerepareerd. Anders kan hij zich niet in volle concentratie op de vervaardiging van zijn meesterwerken concentreren. Altijd is er wel wat, vele jaren lang.
Hij zoekt hulp en valt in de handen van een therapeut, die al snel besluit het met hem geheel anders aan te pakken: niet praten, maar het lichaam laten spreken. Dat is waar de waarheid schuil gaat.
Ondertussen verdient de gemankeerde schrijver zijn brood met het schrijven van komische televisieseries, waar hij talent voor blijkt te hebben. Het is werk waar hij op neer kijkt, totdat hij dat niet meer doet…