In deze uitgave staat een thema centraal dat uniek is voor het werk van Rudolf Steiner: het mysterie van het kwaad. Wat zijn het voor krachten die 'goed' dan wel 'kwaad' in de wereld brengen, waar komen ze vandaan, en hoe werken ze? Met deze vragen heeft Steiner zich uitvoerig en genuanceerd beziggehouden, in zijn hoofdwerk De wetenschap van de geheimen der ziel, maar ook in tal van voordrachten. De hier gekozen voordrachten spitsen zich toe op de problematiek van onze huidige tijd. Sinds enkele eeuwen heeft zich een ingrijpende verandering in het bewustzijn van de mensen voorgedaan. Wij hebben zelfbewustzijn en zelfstandigheid veroverd in de omgang met de materiƫle kant van het bestaan. Deze ontwikkeling heeft haar doel al lang bereikt, aldus Steiner. Het is nu zaak met de verworven zelfstandigheid door te stoten naar de geestelijke dimensies van het leven. Dat is de strijd die wij dienen te voeren om ons eigen mens-zijn. Bij die strijd ontmoeten we geestelijke tegenstrevers en medestanders. Over de aard van deze helpende en tegenstrevende krachten en over de wegen naar een werkelijk menselijke cultuur gaan deze voordrachten. Het nawoord van Mathijs van Alstein plaatst Steiners visie op het kwaad in een groots perspectief.