Vensters is een autobiografisch boek door Leen van Duivendijk (1954, IJzendijke).
Een ode aan Zeeland en aan de kunst. Beeldend geschreven door een schilderende
verteller. Hij beschrijft poëtisch en vaak hilarisch zijn Zeeuws-Vlaamse jeugd. Zijn
katholieke moeder, dochter van een keuterboertje en zijn protestante vader die
na de Tweede Wereldoorlog van Utrecht naar IJzendijke trok als douanier waren
beiden niet erg kansrijk door gebrek aan scholing. Wel zorgen zij voor een warm
gezinsleven.
Vader Van Duivendijk sleept vanwege zijn loopbaan zijn gezin door Zeeland.
IJzendijke, Oostburg, Terneuzen, Middelburg, Koudekerke. Smokkelverhalen en
boerenverhalen. Ontroerende verhalen over Stant, de oude boerenknecht die bij hen
inwoont. Een verre echo uit de late negentiende eeuw. Hilarische verhalen over de
familie in België en altijd al aan het schilderen.
Anekdotische verhalen over de trips met ouders en zus Emmy op de brommer
vanuit Zeeuws- Vlaanderen naar oma in Utrecht.
Vader wordt douanier in Vlissingen en Leen komt als student op Walcheren
terecht. Daar laat hij het geloof varen, wat hem onbegrip oplevert, zeker van
zijn vader. Hij werkt op scholen van diverse typen onderwijs in Vlissingen en
Middelburg.
In 2017 krijgt hij een acute hartstilstand en behoort tot de paar procent
overlevenden zonder ernstige bijwerkingen.
Leen van Duivendijk gaat studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone
Kunsten in Antwerpen. Na studie ziet hij Cézanne als zijn spiegelfiguur. Diens
fascinatie voor een berg, spiegelt zich in Leens fascinatie voor water.
Hij schildert en hij roeit. Altijd achteruit kijkend, door het Kanaal door
Walcheren en ziet de geschiedenis van zijn woonplaats Middelburg.
Van Duivendijk schrijft realistisch, maar ook poëtisch en filosofisch. Vooral liefdevol over
zijn omgeving en de mensen om hem heen.