Kinderen van de Staat. Jeugdzorg in ademnood
De wereld van de jeugdzorg staat in brand. Het is chaos. Kinderen en ook ouders zijn de slachtoffers. Er zijn wachtlijsten voor ongeveer alle soorten van jeugdzorg; hulp bij opvoedproblemen, bij leerproblemen, of bij autisme. Maar ook bij zeer ernstige psychiatrische aandoeningen als eetstoornissen of suïcidaliteit. Jaarlijks worden er zo’n 46.000 kinderen uit huis geplaatst en zitten er soms tot 3.000 kinderen in een gesloten instelling. Gemiddeld iedere week een zelfdoding. Kinderen die uit huis zijn geplaatst worden Kinderen van de Staat, maar voldoende toezicht van de staat ontbreekt. Kinderen worden toevertrouwd aan voogden en aan commerciële organisaties, waar gemotiveerde medewerkers op de vloer vaak overwerkt zijn. Marktwerking richt zich op omzet en concurrerende partijen drukken elkaar uit de markt ten koste van de kwaliteit van de jeugdzorg. Aanbestedende wethouders van gemeenten geven jeugdzorg in handen van private organisaties. Financiële structuren van die op winst beluste bedrijven zijn niet transparant.
Nederland is kampioen uit huis plaatsen. Kinderen komen hier meer dan in welk ander land in pleeggezinnen of instellingen terecht. Vaak ook in gesloten instellingen voor jeugdzorg, de zogeheten JeugdzorgPlus. Ze gaan achter tralies. Er is geweld, van personeel richting kinderen en agressie tussen de jongeren onderling. Kinderen belanden er, onder het mom van veiligheid, veelvuldig in de isoleercel. Naakt met alleen een mensonterende ‘scheurjurk’ aan. Kinderen van de Staat beschrijft ook hoe alle kinderen die in pleeggezinnen en in – gesloten – instellingen terechtkomen, vervolgens levenslang zijn getraumatiseerd.