De Tweede Wereldoorlog was voor Nederland niet alleen een oorlog, maar vooral ook
een jarenlange bezetting. In de jaren na 1940 werd het Nederlandse Jodendom grotendeels
vernietigd en aan talloos velen onherstelbaar leed toegebracht. Ook 75 jaar later, bij de viering van een bevrijding die alleen de oudste generaties zich nog herinneren, zijn de wonden die toen werden geslagen nog altijd niet geheeld. Zeker niet in Amsterdam, een stad die het bijzonder zwaar te verduren kreeg. Anders dan in Rotterdam was het hier geen bombardement dat de diepste sporen
trok, maar de Jodenvervolging.
Een van de toonaangevende verenigingen in de hoofdstad was in die tijd het in 1900 opgerichte historische Genootschap Amstelodamum. Met de liefde voor het historische Amsterdam als bindmiddel bekommerden zo’n duizend Amsterdammers van naam en faam – onder wie vele Joden – zich ook na de inval van de Duitsers in woord en geschrift om het welzijn van hun stad.
Met Voorzichtig manoeuvreren legt oudvoorzitter Willem van Bennekom getuigenis
en verantwoording af van de manier waarop het toenmalige bestuur van Amstelodamum geprobeerd heeft de nazi’s en hun helpers het hoofd te bieden. Uitvoerig gedocumenteerd en met deels nog niet gepubliceerde foto’s biedt deze uitgave een scherpe kijk op een tijd waaraan de herinnering langzamerhand dreigt te vervagen. De in het boek opgenomen herdruk van de kroniek die Amstelodamum in de oorlogsjaren bijhield – een verslag van dag tot dag van kleine en
grote, soms gruwelijke gebeurtenissen – draagt daaraan sterk bij.