Elk kind wordt geboren in een driehoek met een moeder en een vader, de allerbelangrijkste driehoek in een mensenleven. En alle ouders vertrouwen vroeg of laat hun kind toe aan professionals: dokters, leerkrachten, badmeesters en vele anderen. Zij vormen de derde hoek van een nieuwe driehoek: cliënt, ouders en professional.
Over deze driehoek gaat het in dit boek.
Sommige kinderen zijn zorgenkinderen. Hun ouders maken zich zorgen over hen. En vooral als er sprake is van een chronische beperking zijn deze kinderen levenslang op zorg aangewezen. Vaak nemen professionals uiteindelijk die zorg van de ouders over. Maar daarmee zijn de ouders niet uit beeld. Het kind gaat weliswaar hun húis uit, maar verdwijnt daarmee niet uit hun léven.
Meer dan vroeger het geval was, wensen ouders zeggenschap in de driehoek cliënt, ouders en begeleider. Hoe terecht en vanzelfsprekend dit ook is, het stelt professionele begeleiders wel voor een spannende opgave. Aan de ene kant hebben ze ruimte nodig om hun werk goed te kunnen doen. Aan de andere kant zijn ze net aan het leren om vooral cliënten ruimte te geven om waar mogelijk hun eígen keuzes te maken.