Kleur is een heel uitgebreid en interessant studieonderwerp. Met dit boek leer je om zowel eenvoudige als complexe kleuradviezen op te stellen en te onderbouwen. Door het bestuderen van de theorie ontwikkel je een brede kennis over kleur. Het oefenen met de bijbehorende praktijkopdrachten in de ELO helpt je om je vaardigheden verder te ontwikkelen. Daarmee heb je alles wat je nodig hebt voor het maken van een goed kleurvormgevingsplan. Met de verkregen kennis kun je ook goed uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakt.
Onderscheidend aan dit boek is, dat het uitgaat van hoe de mens kleuren beleeft. We benoemen twaalf zintuigen, die in verband staan met twaalf kleurcontrasten. Deze kleurcontrasten zijn, naast de andere harmonieprincipes, een belangrijk instrument in het ontwerpproces. Behalve op de kwantitatieve kenmerken van kleur (kleurtoon, lichtheid en verzadiging), gaan we ook in op de kwalitatieve of belevingskenmerken (warm, koud, hard, zacht, licht, zwaar, zoet) en hoe je deze kunt objectiveren. Dit stelt je niet alleen in staat om een bepaalde beleving mee te geven aan je ontwerp, maar ook om die beleving te beargumenteren.