Al wie te voet naar Santiago de Compostela gaat, laat even allesliggen om een nieuwe wereld binnen te treden. Hij raakt ook aan hetzwerven door zijn eigen innerlijke landschap: hij verwijlt weer bijwat hij lang geleden deed en dacht, en dwaalt rond in 'het arsenaalder ongeleefde dingen'. Geen wonder dat men deze tocht in deMiddeleeuwen wel La petite mort noemde, de kleine dood.Op 2 februari 1996 begon Hans Burgman zijn tocht in Roosendaal,met een Bijbel, een filosofieboekje en een dichtbundel van Rilke.Eind mei arriveerde hij in Santiago. Zijn terugweg voerde hem doorde hete Provence en over de hoogste Alpenpassen.In november keerde hij na een wandeling van zesduizend kilometerterug in zijn geboorteplaats Hengelo.Negen maanden lang had hij zich aan een mentaal programmagehouden: de geschiedenis van de filosofie systematischdoordenken, biddend mediteren, het evangelie volgens Marcusmemoriseren en religieuze problemen overwegen. De neerslag vandit alles verzamelde hij in dit dagboek.Hans Burgman (1928), priester en filosoof, is als missionariswerkzaam in Kenya, waar hij in de achterbuurten van Kisumuprojecten leidt op het vlak van scholing, gezondheidszorg,gedragsverandering en godsdienstige bezieling. Van zijn handverscheen in 1990 The Way the Catholic Church Started in WesternKenya.In 1995 leidde hij een karavaantocht van Mombasa naar Kampalaom het eeuwfeest van de Mill Hill-missionarissen in Oost-Afrika tevieren. Ter voorbereiding had hij de hele route eerst zelf gelopen.